Dag 4 – begin

Ik heb een breiwerk meegenomen, om een kussentje erbij te breien, maar nu mis ik een pen. Met één pen kun je niet breien.

Ik hoor hoe beneden iemand groet, en wacht tot de voetstappen de trap op komen.

Vandaag wil ik me minder aantrekken van de bezoekers en het initiatief aan hun laten.

Steeds opnieuw moet ik verantwoorden waarom ik hier zit.

Grensdeeltje

De voetstappen zijn verstomd.

Heeft het zin? Zat ik niet liever met een tentje in de middle of nowhere? In de natuur? Met net zo weinig spullen als nu? Had dat niet net zoveel zin?

De suppoost van vandaag wijst de bezoekers op het thema en zegt dat er boven een performance is.

Een paar jaar geleden zag ik een performance. Een man ging op een moeilijke plek liggen, op een stang vlak onder het plafond van een werfkelder. Wat had dat dan voor zin? Ik heb hem opgezocht: André Pielage. Bijzondere kunstenaar, daar gaat het niet om.

Mensen bevragen me waarom ik hier zit.

Ik verbeeld een thema. Ik ben het thema.

De stappen zijn er weer. En nieuwe stemmen. Ze komen naar boven!

Als ze de trap op geklommen zijn, duurt het nog lang voor ze bij mij aankomen.

Het is heet in de tent, warmer dan gisteren. Ik ben de mensen moe.

“Wie weet kun je na afloop de Europese Unie adviseren: grenzen open, grenzen dicht…”

De man heeft mijn grens verbogen tot de vorm van een boot. Nu zit ik in een kajuitje. Hij suggereert een zwemvest erbij aan te trekken.

Grens in de vorm van een boot

“Hoe is het fysiek om hier te zitten, of mag je er ook wel eens uit? Gaat u wel eens liggen?”

Mensen denken dat ik een vluchteling verbeeld, maar dat is niet zo. Ik ben de tent. De tent is een uitbreiding van mijn lichaam.

“In Afrika, waar nu honger heerst, zien die tenten er ook zo uit. Lompen, en niets erin.”

Dat is alles wat die mensen hebben, beschutting tegen de felle zon.

Grensdeeltje

Een tentje in het Spanderswoud. Ik heb altijd al in een tentje in het bos willen wonen, altijd sinds mijn achtste, als Djaidin, de Indonesische jongen uit een boek. Als ik op een dag weg ben, heb ik me gesetteld in een tentje.

Misschien kan ik straks mijn huur niet meer betalen. Dan moet ik wel in een tent.