Vorig jaar heb ik als weefoefeningen een drietal sjaals geweven. Dit was de derde en de grootste in die serie: een omslagdoek voor Luisa.
Mijn weefraam in vol ornaat
Omdat ik het elke keer weer vergeet – straks zit er weer een tijd tussen – heb ik foto’s gemaakt van hoe ik de ophaler instel: een draad onder de dradenparen doorhalen die niet over maar onder de kruisstok langsgaan, de tegenovergestelde paren.
Dan haal ik na elk paar een lus naar boven die ik over de ophaalstok rijg. De ophaler is klaar.
De lussen trekken de dradenparen naar boven die bij de ophaler horen.
En hieronder trek ik aan de andere stok, de kruisstok, zodat de andere dradenparen naar boven komen.
De omslagdoek is klaar. Het was een heel karwei. Hij lijkt op deze foto heel mooi gelijk, maar de eerlijkheid gebied mij te verklappen dat er iets heel erg mis was met de spanning. Het zijn niet voor niets: weefoefeningen. De sjaal werd steeds smaller. Later heb ik pas geleerd dat ik de inslagdraad er met een boogje in moet slaan, anders is er geen ruimte voor de draad om op en neer te gaan over de schering, en dan wordt hij dus te strak.
De wybertjes heb ik erop gemaasd. Het ziet er zo wel schattig uit, toch? Die geschulpte randen was ook iets speciaals. Hoe heb ik dat ook weer gedaan? Maar gelukkig heb ik dat voor mijn vloerkleed toch niet nodig.