Er zijn mensen op reis uit gruwelijke omstandigheden, om in ons land een toevlucht te vinden. Ze staan te trappelen voor de grenzen. Ik vind dat we ze binnen moeten laten. Maar de regering bepaalt. Die moet het werkbaar maken, en laat een selecte groep binnen.
Thuis ben ik de regering. Er woont geen vluchteling bij mij in huis. Dat is mijn probleem. Ik laat vluchtelingen buiten in de vrieskou staan, mannen, vrouwen en zelfs kinderen. Ik zou niet weten hoe ik het uit moest houden met een of meer vluchtelingen in huis. Ik vind het al moeilijk als een vriendin bij mij logeert.
Ik zou me de hele tijd bekeken en bekritiseerd voelen en niet mijn eigen ruimte weten in te nemen.
Ik ben bang dat ze me tot de rand toe vullen met hun verhalen. Ik ben bang dat ze willen dat ik dingen voor ze doe die ik niet kan. Ik ben bang dat er geen tijd over blijft voor mij. Ik ben bang dat ze me stom vinden.
Daarom heb ik mijn onderzoek gericht op mijn grens, omdat het makkelijk is om iets te vinden, maar moeilijk is om iets te doen.
Dit was Grenstentje tijdens de opening. Foto’s: Henriëtte Santing