Grenstentje – onderzoeksresultaten

Grenstentje was een onderzoek naar aanleiding van het vluchtelingenprobleem en de confrontatie met mijn grens. Ik had het gevoel dat ik iets moest doen, dat ik een vluchteling op moest nemen in mijn leven.vluchtelingen ribbonVier weekenden zat ik ’s middags van 13:00 tot 17:00 in een geïmproviseerde tent in Galerie Kunstliefde op de kwestie te broeden. Ziehier mijn conclusie.

‘Dat kunnen ze ook niet van je vragen, dat je ze in huis neemt…’

Het was meteen al op de opening, dat iemand dit tegen me zei.

Hè? dacht ik. Niemand had het mij ook gevraagd. Ik kwelde mezelf met een eis die niemand stelde.

Grenshoofd; mijn hoofd omwikkeld met de rood-witte, gevingerbreide grens

De selectiecommissie had vooraf te kennen gegeven dat ze de tent liever zagen zonder dat gebreide/gepunnikte koord. Het voegde niets toe. Ik dacht dat ze het misschien een tè lullig handwerkje vonden. Dat was tenminste mijn bedoeling.  Nederland haalde toch ook zijn grenzen niet weg? Waren ze gek geworden?

Vrij snel leerde ik dat niemand mijn grens zou overschrijden. Iedereen accepteerde zonder meer de rood-witte cirkel die ik om mijn tent getrokken had.

Maar in plaats van dat de grens mensen op afstand hield, bleek het een plek waar ik anderen ontmoette. Het deed me goed om mijn probleem te delen. De reacties waren positiever en gematigder dan ik verwacht had. Ik ging steeds beter luisteren, zonder een mening te geven. Daardoor hoorde ik nieuwe dingen. Terwijl een mening al snel een andere mening oproept, kreeg ik nu genuanceerde reacties en kwamen we op zijsporen terecht.

Schets: praten aan de grens

Uitspraken van bezoekers galmden na.

‘Mensen willen oplossingen…’ De politiek zegt: vluchtelingen zijn een probleem. Mensen willen oplossingen.

Het leek of hij iets ingewikkelds doorprikte, door het eenvoudig te zeggen.

‘Op een gegeven moment zag ik geen kleur meer….’

Ik maakte het daarna één keer mee. Ik zag een jongen en een meisje aankomen, het viel me meteen op hoe jong ze waren. Ze namen een foto van mijn papier met informatie waar ook het blog-adres op stond, en zeiden gedag terwijl ze verder liepen. Toen pas, toen ik hun ruggen al weer zag, gaf ik me rekenschap van hun huidskleur. Het kan dus. Ik wil daar veel beter in worden.

‘Ik moet een reden hebben om over die grens te gaan. En die reden heb ik niet…’

Dat voelde als een afwijzing.  Het getuigt van mijn ambivalentie. In contact moet ik alle grenzen laten varen, dat idee vliegt mij naar de keel. Daarom was het ook een geruststelling.

Grensdeeltje

Ik begon met mijn grens te schuiven, maakte hem groter, kleiner, half open. De grens begon mij in de weg te zitten, ik werd er ongemakkelijk onder. Ik was toe aan les twee over Grens.

‘What is the meaning of the barbed wire…?’

‘To make it provocative…’

Een grens roept spanning op. Een grens triggert en houdt op afstand tegelijk.

Grenshoofd in de zon tegen de blauwe lucht

De vraag: heeft het zin? drong zich op aan mij.
Gelukkig hebben een paar bezoekers mij nagegeven dat het zin had.

Ik zal in het vervolg duidelijker aangeven wat ik wil en niet wil, grensjes. De grote grens van niet binnenkomen zou ik dan weg kunnen laten, commissie.

Ik zou mezelf niet moeten kwellen met eisen die niemand stelt.

Grens-strik

En nu begint het weer van voren af aan. Met het mooie weer komen vluchtelingen weer binnendroppelen. Sommige mensen zeggen: je kunt niet het leed van de hele wereld op je nemen, en sommigen gebruiken het als excuus.