6 maart 2018
Alleen een grote blaffende Duitse herder komt eraan, als ik het wijde erf van boerderij de Hofstede in Bunnik oploop. Sinds kort woon ik, na achttien jaar Utrecht stad, in het dorp Bunnik. Vanmorgen heb ik moed gevat om de boer te gaan vragen of ik de wol van zijn schapen mag kopen. Gelukkig volgt de boer de hond. Ik ben te laat, zegt hij, er zijn er net een aantal geschoren voordat ze gaan lammeren. Hij wijst met zijn hoofd richting stal.
‘Wat gebeurt er met de wol?
‘Die neemt de scheerder mee.’
Maar er staan nog negen schapen in de wei die jonger zijn, die zullen in mei /juni geschoren worden, half mei moet ik nog maar eens langskomen. Ik ga begin mei, voor de zekerheid. Misschien mag ik bij het scheren zijn.