Eindelijk begin ik met weven

Eindelijk begin ik met weven!

Het is juli 2020. Ik heb genoeg jute en wol klaar om aan het eigenlijke werk te beginnen: het weven en knopen van het grasvloerkleed. De jute is gewassen en geel en groen gekleurd in natuurlijke verfprocessen, de wol is gewassen, gesponnen, getwijnd en ook geel en groen geverfd.

Ik begin met een rand, ik zag dat op een youtube filmpje https://youtu.be/-Ywu7jGd56o  , en het lijkt me toch wel aardig om met zo’n sierrand te beginnen voordat ik met het grove knoopwerk aan de gang ga. Het lijkt me een mooie overloop tussen de vloer en het kleed.

Een geweven rand

De steek die aaneengesloten doorloopt heet (kennelijk) sumakh. Ik geloof dat die steek stevigheid aan het begin geeft. De latjes heb ik door de scheringdraden gestoken, om de onderkant recht te houden en om de dradenparen een beetje op hun plaats te houden. Dat werkt aardig.

Ik wil niet zeggen: ik doe maar wat, want ik heb me zo goed ik kon voorbereid op elk onderdeel van dit project, maar het voelt toch alsof ik op onvaste materie loop. Als het kleed klaar is zal ik pas weten hoe ik het moet doen, wat het effect is van alles, maar dan zal ik hoeveel jaar verder zijn… ?

Dank verschuldigd aan youtube video’s

Ik ben dank verschuldigd aan youtube video’s

De belangrijkste geef ik hieronder als links weer.

Ik wist al dat ik op één raam wilde werken, zo basic mogelijk. Ik wilde dit weefraam vrij eenvoudig zelf in elkaar kunnen zetten en het moest simpel te bedienen zijn. Dit is omdat ik controle over elk stukje van het proces wil bewaren en dat het op mijn maat moet blijven, mijn lichamelijke maat, mijn twee handen.

Het liefst had ik het kleed als een spin uit mijn eigen lichaam geperst.

Ik zou willen dat de draad uit mijn handen ontstaat en ik het al knopend en friemelend in en aan elkaar draai tot een solide geheel. Helaas moest ik daar consessies aan doen, het zou een slap geheel worden als ik zo maar in het wilde weg wat aan elkaar ging knopen, ik had een stramien nodig. Maar dat stramien wilde ik zelf maken: de jute draden, de schering en de inslag, het raamwerk.

Hoe ik de scheringdraden op het raam kon aanbrengen vermoedde ik wel, maar ik had de bevestiging van dit filmpje nodig: https://youtu.be/LEeTfxtJPfo

In het stramien knoop ik dan het gras, het groeisel, het levende. Ik had al eens geknoopt, maar dat was in een bestaand stramien, nu zou ik het in een weefsel doen, een stramien dus dat ik zelf maak. Ik heb gekozen voor de Turkse knoop en dit filmpje was mijn instructie https://youtu.be/ZNUbNiB4NEI

Hierbij bedank ik de vrouwen op deze video’s

De schering zit op het weefraam

De schering zit op het weefraam. Onderweg had ik een foutje gemaakt, dat toch vrij groot was doordat het in het begin zat, en ik honderden draden weer terug af moest wikkelen, waarna alleen kleine foutjes, vergissingen van drie tot tien draden terug.  Nu zit het er, foutloos hoop ik, allemaal op.

De schering op het weefraam

Het zijn 556 draden (wikkelingen eigenlijk, want ze zitten aan elkaar als één lange draad). Dit zou op 117 cm breedte weef- en knoopsel uit moeten komen. Voor deze getallen combineerde ik mijn berekeningen, die steeds en allemaal andere uitkomsten hebben, met mijn idem metingen, en het oog en de intuïtie en de hoop.

De schering op het raamwerk sterk in persepectief

Het is net een harp. Nu er op spelen.

Proefkleedje

Bij het proefkleedje lijken de kleuren van de wol in geknoopte staat minder tot hun recht te komen dan languit, omdat de uiteinden van de draden pluizen. Ik durf bijna niet te beginnen aan het echte kleed. Ik ben bang dat het niet zo mooi wordt als ik het me voorgesteld heb.

In het proefkleedje probeer enkele versies uit. Bij een weefsel van één om één (linnenbinding) en om elke twee draden een Turkse knoop, komen de knopen wel erg strak tegen elkaar te liggen, het is misschien mooier als ze wat meer ruimte hebben om naar links en rechts uiteen te vallen. Misschien wordt het ook een te grote belasting voor die enkele draden. De wol is in verhouding tot de jute zeer dik. Het wordt dus twee om twee, denk ik, hoewel daar ook nadelen aan kleven.

Ik zal niet al mijn angsten uit den doeken doen, want dat is geen goede reclame.

proefkleedje

proefkleedje

Ik ben slordig, en ongeduldig. Ook al lijkt dit misschien een monnikenwerk, er zou nog veel meer gepland, onderzocht en voorbereid kunnen worden, er zijn nog zoveel onzekere factoren. Het is mijn stijl om in de praktijk ergens achter te komen, een organische manier van werken. Plannen kan ik niet. Ik kan een klein stukje vooruit kijken, maar dan houdt het op, het wordt te abstract.

Al werkende heb je te maken met gedane zaken die geen keer nemen. Daar zie ik tegenop.

Het liefst wil ik aan dit kleed werken als een spin in haar web, dat het om mij heen ontstaat, dat het uit mijn handen groeit als de draden van spinnen uit hun lijf. Of werken zoals vissers hun netten boeten. Ik moet er heel dichtbij zijn.

Ik moet dus zomaar ergens beginnen, met de gebrekkige kennis die ik nu heb, en zien waar het schip strandt. Klinkt veelbelovend hè?!

Een zomers gevoel (Gras 1)

Gras 1 Een zomers gevoel (wandkleed)

Gras 2 Tentafdruk (vloerkleed)Wandkleed 'Gras 1', geknoopt groen gras met kale afdruk van badmintonracket

Zomer 2017 kreeg ik een uitnodiging voor een groepsexpositie in Studio28 in Apeldoorn. Het thema was ‘een zomers gevoel’. Het klonk mij als een (te) licht thema in de oren, bijna alsof het geen kunst mocht heten.

Herinnering

Wonder boven wonder kreeg ik een idee. Een zomers gevoel paste bij mijn herinnering aan iemand die ik gekend heb op een bepaalde plek gedurende een bepaalde zomer. We bestonden allebei maar half, behalve op dat vierkantje gras waar wij toen, net volwassen, als kinderen badminton speelden zonder dat iemand er last van had, ook wijzelf niet van onszelf, zoals doorgaans. Het is altijd een raar blokje in de tijd gebleven, een loshangend kubusje, vrij van narigheid, zorgen, schuld, ongemak, onbeladen, bijna alsof het er niet was.

Ik kocht een stramien, knoopte met draden het malse gras en vlocht er wat platter het vacuum van een badmintonracket in, zoals de afdruk van een tent nadat de kampeerders vertrokken zijn.

Afdrukken in mij

Later kreeg ik een idee voor een voortzetting van het thema, de diepte in, over mensen die me dierbaar zijn, die er niet meer zijn, van wie niets overgebleven is dan de afdrukken in mij, Gras 2.

Vloerkleed van een tentafdruk

19 augustus 2017

Gras 2 Tentafdruk

Gras (2) wordt een weef- en knoopwerk, een groot vloerkleed, dat eruit gaat zien als een afdruk van een tent in het gras. Het verbeeldt herinnering. Ik verbeeld de grond, de aarde. Het nodigt uit om er met blote voeten overheen te lopen, over het hoogpolige, warrige groen, om je neer te leggen, alleen of met z’n tweeën, in het gele vlak.

Afdruk van een tent op de camping bij Watou

Juiste tentafdruk gevonden op de camping bij Watou.

Tentafdruk in het gras, van bovenaf gezien

Dichtbij de aarde

In mijn oriëntatie op het materiaal, kwam ik uit op steeds meer zelf doen, om er dichtbij te blijven, dichtbij de aarde en in het proces. Al het materiaal zal keer op keer door mijn handen gaan en zo aangroeien tot het eindproduct.

Milieuvriendelijk

Het materiaal om te weven is jute geworden, de milieuvriendelijkste keuze. De wol om mee te knopen heb ik als scheerwol gekocht bij een boer uit Bunnik. Bunnik is het dorp waar ik nu woon. Die wol heb ik gewassen, ik verf de wol zelf met natuurlijke kleurstoffen, ik spin de wol zelf. Het weefraam is eenvoudig van structuur en zelf gemaakt. Zo blijf ik er dichtbij, zo wordt materiaal bezield, het komt door de handen niet door het hoofd.

Modelletjes