Oefening met touw en wol, inslagen en knopen.
Voor- en achterkant.
Oefening met touw en wol, inslagen en knopen.
Voor- en achterkant.
6 oktober 2017
Ik volgde een workshop natuurlijk verven bij de Textielfabrique in Rotterdam.
We hebben geverfd met kurkuma, indigo en walnoot. Ik zie nu dat er ook nog een paars bij is, misschien meekrap, ik heb dat niet onthouden, ik zoek alleen geel en groen. Er is sowieso veel dat ik niet heb onthouden.
De andere leerlingen waren een papiermaker, een plantenkweker…
Als ik maanden later zelf en alleen aan het kleuren ga, moet ik gaandeweg veel leren en ontdekken. Alles doet er toe: de tijd, de hoeveelheden, combinaties van hoeveelheden van alles: water, beitsmiddel, kleurstof, temperatuur, welke grondstof, en nog veel meer.
Ik kreeg via de mail adviezen van Maaike Gottschal van de Textielfabrique en ik heb nog heel wat af gegoogled, er is niet veel en tegelijk teveel informatie te vinden, er zijn kleine verschillen in die informatie. Ik vond het moeilijk een beslissing te nemen voor het een of het ander. Uiteindelijk voldoet alleen uitproberen.
30 september 2017
Het idee op een paar vierkante centimeter, en het zoeken naar de afmetingen. Het laatste idee is trouwens niet deze afmetingen, maar smaller, 320 x 230 cm.
19 augustus 2017
Gras (2) wordt een weef- en knoopwerk, een groot vloerkleed, dat eruit gaat zien als een afdruk van een tent in het gras. Het verbeeldt herinnering. Ik verbeeld de grond, de aarde. Het nodigt uit om er met blote voeten overheen te lopen, over het hoogpolige, warrige groen, om je neer te leggen, alleen of met z’n tweeën, in het gele vlak.
Juiste tentafdruk gevonden op de camping bij Watou.
In mijn oriëntatie op het materiaal, kwam ik uit op steeds meer zelf doen, om er dichtbij te blijven, dichtbij de aarde en in het proces. Al het materiaal zal keer op keer door mijn handen gaan en zo aangroeien tot het eindproduct.
Het materiaal om te weven is jute geworden, de milieuvriendelijkste keuze. De wol om mee te knopen heb ik als scheerwol gekocht bij een boer uit Bunnik. Bunnik is het dorp waar ik nu woon. Die wol heb ik gewassen, ik verf de wol zelf met natuurlijke kleurstoffen, ik spin de wol zelf. Het weefraam is eenvoudig van structuur en zelf gemaakt. Zo blijf ik er dichtbij, zo wordt materiaal bezield, het komt door de handen niet door het hoofd.