Mijn werkplek

Mijn werkplek is wat primitief zoals je kunt zien. De ruimte is beperkt, maar het kan net.

het weefraam op de werkplek

Om de kleuren te beschermen, houd ik de gordijnen half dicht als ik aan het werk ben. Dan is er net genoeg licht om te kunnen zien wat ik doe. Ik heb de jute en de wol gebeitst vooraf aan het verven, om de kleur zo goed mogelijk aan de vezel te laten hechten, maar kleuren blijven kwetsbaar, natuurlijke kleuren helemaal! Licht is nooit goed voor kleur. Daarom dek ik het werk af met deze rode lap als ik er niet mee bezig ben.

Weefraam afgedekt met een rode lap

Wie weet kan ik voor de andere helft van het kleed, dit is namelijk alleen nog maar de rechter helft, voor een paar maanden een atelier huren. Of dat gaat lukken, hangt af van mijn financiële situatie van dat moment. Om de twee helften aan elkaar te maken, heb ik in ieder geval een grote werkruimte nodig. Maar dat is waarschijnlijk nog heel ver weg…

De ophaler instellen

Nu moet ik de ophaler instellen. Tijdens het opspannen van de scheringdraden heb ik ze een keer laten kruisen, bij de ronde stok. De pare draden lopen over de stok heen. De onpare draden lopen eronder door, maar de moet ik wel naar boven kunnen halen, op het moment dat ik de inslagdraad daar onderdoor wil rijgen. Om en om komen de draden boven, zodat er een weefsel kan ontstaan.

Voor de ophaler rijg ik eerst een koord onder alle onpare draden door.

de draad onder de onpare draden door halende draad loopt onder de onpare draden door

Dan haal ik na elke twee onpare draden een lus naar boven en sla die om twee stokken heen. Die twee stokken met de lussen zijn de ophaler. Alle lussen om de ophaler halen zo in één keer alle onpare draden naar boven, als ik de ophaler omhoog trek.

Toen ik op de helft was, was mijn koord op. Toen had ik al 20 meter! gebruikt. Moest ik weer wachten tot ik nog een klos koord kon kopen.

De lussen om de ophaler voor de helft klaar

Nu is de ophaler  toch af. Er was geen koord van dezelfde dikte te koop, de andere helft van de lussen zijn dus iets dunner, maar dat maakt denk ik niet veel uit, hoop ik.

De ophaler is af

De schering zit op het weefraam

De schering zit op het weefraam. Onderweg had ik een foutje gemaakt, dat toch vrij groot was doordat het in het begin zat, en ik honderden draden weer terug af moest wikkelen, waarna alleen kleine foutjes, vergissingen van drie tot tien draden terug.  Nu zit het er, foutloos hoop ik, allemaal op.

De schering op het weefraam

Het zijn 556 draden (wikkelingen eigenlijk, want ze zitten aan elkaar als één lange draad). Dit zou op 117 cm breedte weef- en knoopsel uit moeten komen. Voor deze getallen combineerde ik mijn berekeningen, die steeds en allemaal andere uitkomsten hebben, met mijn idem metingen, en het oog en de intuïtie en de hoop.

De schering op het raamwerk sterk in persepectief

Het is net een harp. Nu er op spelen.

Dan ontdek ik een foutje

Ik heb weer 200 gram nieuwe geel geverfde jute, en ik gebruik die om naarstig verder te wikkelen aan de schering. Dan ontdek ik een foutje: ik heb twee keer achter elkaar een dradenpaar boven de kruisstok langs laten lopen, in plaats van om en om onder- en bovenlangs.

200 gram geel geverfde jute

Ik probeer het eerst zo op te lossen, zonder uit te halen. Dat is een heel gepriegel. Dan ontdek ik nog twee foutjes, veel verder aan het begin. Ik had daar de draad onderlangs om de weefboom heen laten lopen in plaats van bovenlangs. Dat kan echt niet, want dan kan ik het weefsel niet meer om de boom laten rollen, de twee kanten zitten dan namelijk aan elkaar vast, de onderzijde en de bovenzijde.

Hoe kan ik dit over het hoofd hebben gezien? Ik check alles keer op keer, en toch… Het gevolg is dat ik weer moet ontwikkelen tot ongeveer 100 draden, helemaal tot in het groen.

Kijk, al deze bolletjes heb ik weer van het weefraam gehaald.

wel vier bolletjes jute van de uitgehaalde schering

Hieronder een foto van hoe de scheringdraden lopen: onderlangs heen en bovenlangs terug. Hiertussen kan ik zien of er niet een draad kruist, dus per ongeluk schuin van onder naar boven loopt of van boven naar onder. Om het goed te kunnen zien moet ik met mijn neus op de grond liggen; ik ga met mijn hand tussen de draden door om te voelen of ik geen obstructie tegenkom.

Een blik tussen de rondgaande scheringdraden

Goede les, grrrrrr. Ik moet dus geen muziekje meer op de achtergrond hebben, of onderwijl een podcast beluisteren.

Omdat het eentonig werk is, heeft mijn geest de neiging afleiding te zoeken, ook als ik geen muziek luister. Maar ik moet mijn volle concentratie op het werk houden.

Dit is zo’n gedane zaak, die een keer moet hebben, anders neemt hij hem niet meer.

De helft van de scheringdraden

De helft van de scheringdraden zit erop. Het is een vermoeiend karwei, het raam ligt op de grond, ik moet steeds bukken, hurken en weer omhoog komen. Regelmatig lig ik met mijn neus op de grond om te kunnen zien hoe de draden lopen.

Ik moet supergoed opletten, elke draad nalopen, of ik niet net onderlangs in plaats van bovenlangs om de weefboom heen gegaan ben, of andersom, of ik niet net een draad te weinig geteld heb, of teveel. Een vergissing is zo gemaakt, maar niet op te lossen. Foutloos werken is moeilijk, bijna niet te doen. Maar het moet, anders heb ik gedurende dit hele weef- en knoopwerk een probleem.

De helft van de scheringdraden

gele en groene scheringdraden

Ik ben over de helft, denk ik, ik zit op 300 wikkelingen, Lees verder

Het opzetten van de scheringdraden

Vandaag ben ik begonnen met het opzetten van de scheringdraden voor mijn vloerkleed. Ik geloof dat het een aantal van 940 moet worden, al kan ik me daar niets bij voorstellen, het lijkt zo veel. Ik heb het uitgerekend op basis van mijn proefkleedje, 49 draden – moest natuurlijk 50 zijn, maar had ik er weer één vergeten – was 13 cm. Mijn berekeningen kloppen niet altijd. We gaan het zien.

Zoals je ziet is mijn weefraam nogal basic. Het kan niet eenvoudiger: een raamwerk van twee lange balken die door drie dwarse latten met elkaar verbonden zijn; onder- en een bovenaan liggen ronde stokken, zodat ik het weefsel door kan rollen, hopelijk. Dat dunne ronde stokje in het midden daar kruis ik de scheringdraden, steeds twee onderlangs / twee bovenlangs.

Mijn eenvoudige weefraam

Onder het raam ligt het patroon, dat is ook nogal simpel. Het toont alleen waar het groen ophoudt en geel begint.

Weefraam met patroon

Per 10 bind ik er een draadje omheen, boven en onder, in de hoop dat ze dan niet door elkaar gaan lopen, wat ik al eens meegemaakt heb in eerdere weefoefeningen. Het is moeilijk om de spanning overal gelijk te houden, omdat het één lange draad is.

De eerste scheringdraden op het weefraamDe eerste scheringdraden

Ik ben nog wel even bezig.

Weefoefeningen

Vorig jaar heb ik als weefoefeningen een drietal sjaals geweven. Dit was de derde en de grootste in die serie: een omslagdoek voor Luisa.

Omslagdoek

Mijn weefraam in vol ornaat

Weefraam met scheringdraden

Omdat ik het elke keer weer vergeet – straks zit er weer een tijd tussen – heb ik foto’s gemaakt van hoe ik de ophaler instel: een draad onder de dradenparen doorhalen die niet over maar onder de kruisstok langsgaan, de tegenovergestelde paren.

De ophaler instellen

Dan haal ik na elk paar een lus naar boven die ik over de ophaalstok rijg. De ophaler is klaar.

De ophaler is klaar

De lussen trekken de dradenparen naar boven die bij de ophaler horen.

De ophaler omhoogtrekken

En hieronder trek ik aan de andere stok, de kruisstok, zodat de andere dradenparen naar boven  komen.

De kruisstok omhoog trekken

De omslagdoek is klaar. Het was een heel karwei. Hij lijkt op deze foto heel mooi gelijk, maar de eerlijkheid gebied mij te verklappen dat er iets heel erg mis was met de spanning. Het zijn niet voor niets: weefoefeningen. De sjaal werd steeds smaller. Later heb ik pas geleerd dat ik de inslagdraad er met een boogje in moet slaan, anders is er geen ruimte voor de draad om op en neer te gaan over de schering, en dan wordt hij dus te strak.

Luisa's omslagdoek hangend

De wybertjes heb ik erop gemaasd. Het ziet er zo wel schattig uit, toch? Die geschulpte randen was ook iets speciaals. Hoe heb ik dat ook weer gedaan? Maar gelukkig heb ik dat voor mijn vloerkleed toch niet nodig.

Proefkleedje

Bij het proefkleedje lijken de kleuren van de wol in geknoopte staat minder tot hun recht te komen dan languit, omdat de uiteinden van de draden pluizen. Ik durf bijna niet te beginnen aan het echte kleed. Ik ben bang dat het niet zo mooi wordt als ik het me voorgesteld heb.

In het proefkleedje probeer enkele versies uit. Bij een weefsel van één om één (linnenbinding) en om elke twee draden een Turkse knoop, komen de knopen wel erg strak tegen elkaar te liggen, het is misschien mooier als ze wat meer ruimte hebben om naar links en rechts uiteen te vallen. Misschien wordt het ook een te grote belasting voor die enkele draden. De wol is in verhouding tot de jute zeer dik. Het wordt dus twee om twee, denk ik, hoewel daar ook nadelen aan kleven.

Ik zal niet al mijn angsten uit den doeken doen, want dat is geen goede reclame.

proefkleedje

proefkleedje

Ik ben slordig, en ongeduldig. Ook al lijkt dit misschien een monnikenwerk, er zou nog veel meer gepland, onderzocht en voorbereid kunnen worden, er zijn nog zoveel onzekere factoren. Het is mijn stijl om in de praktijk ergens achter te komen, een organische manier van werken. Plannen kan ik niet. Ik kan een klein stukje vooruit kijken, maar dan houdt het op, het wordt te abstract.

Al werkende heb je te maken met gedane zaken die geen keer nemen. Daar zie ik tegenop.

Het liefst wil ik aan dit kleed werken als een spin in haar web, dat het om mij heen ontstaat, dat het uit mijn handen groeit als de draden van spinnen uit hun lijf. Of werken zoals vissers hun netten boeten. Ik moet er heel dichtbij zijn.

Ik moet dus zomaar ergens beginnen, met de gebrekkige kennis die ik nu heb, en zien waar het schip strandt. Klinkt veelbelovend hè?!

Wol wassen

De eerste wasronde is in heet water, boven de 60 graden. Ik kies er een hete dag voor uit, dan blijft het water buiten in de zon, onder het plastic, lang heet.

Wol wssen in heet water

Het duurt wel even, voor ik die kuip gevuld heb. Er komt stinkend bruin water van de wol af. Als het bad afgekoeld is gooi ik het water in de tuin, die kan wel wat vocht gebruiken.

wol wassen in betonkuip Wol wassen en spoelen in emmers en kuip

De wolkuip verhuis ik naar de badkamer. Als de wol genoeg is afgekoeld om niet te schrikken van het koude water, gaat het erin, met wat elke-dag-shampoo.

Alleen… wat ziet dat er raar uit… , en het wil maar niet oplossen, allemaal witte vlokjes, het lijkt wel crème. Kijk ik op de fles, blijk ik elke-dag-crèmespoeling gekocht te hebben. Bestaat dat ook al? Ik had elke dag gelezen en hoppakee in het winkelmandje. Toen heb ik er maar shampoo bijgevoegd. Zonde om al dat water ongebruikt weer weg te spoelen. De wol zal wel extra zacht aanvoelen straks??

Een heleboel strootjes en andere plantdelen peuter ik er in de was uit, en de vette puntjes die ik zo al vlooiend tegenkom, week  ik los. Daarna nog drie keer spoelen, waarvan de laatste keer met een vleugje azijn. Ik ben tot ’s avonds laat bezig, vandaar dat die laatste foto’s wat korrelig zijn.

gewassen wol droogt op het rek

De volgende ochtend rol ik de wol in handdoeken om het meeste water eruit te krijgen, nu ligt het op het rek te drogen. Het is een stuk schoner, het ruikt lekker.

Wol selecteren

Werkplek gemaakt achter het huis waar ik de wol uit de zakken gooi om de vieze stukken uit te zoeken, en weg te halen.

Werkplek waar ik de vuile wol uit de vacht verwijderen

opgevouwen schapenvacht

Schapenvacht uitgevouwen

SchapenvachtSchapenvacht

vuile vacht vol stro

Deze vacht is wel het meest verontreinigd door stro, ik krijg het er voor een deel gewoon niet uit.

Dit krijg je als je wol betrekt van een boer die de schapen niet speciaal voor de wol houdt. De scheerder houdt er ook geen rekening mee. Ik denk dat ze deze vachten anders weg zouden gooien. Maar voor mijn doel, het graskleed, kan een of twee strootjes geen kwaad. Stro is gras, toch?