Vandaag de wol van zes schapen opgehaald in Bunnik! Lekker geurtje in de auto.
Boer Willie wilde er geen geld voor, alleen een ‘bosje chrysanten’.
Ik heb twee bossen pioenrozen gebracht.
Vandaag de wol van zes schapen opgehaald in Bunnik! Lekker geurtje in de auto.
Boer Willie wilde er geen geld voor, alleen een ‘bosje chrysanten’.
Ik heb twee bossen pioenrozen gebracht.
Ik heb een tweede regenton geplaatst, nu aan de andere kant van het huis. Er zit een lange slang aan, omdat de schuurdeur anders niet open kan.
Ik heb veel water nodig voor het proces van wol en jute wassen en verven. Al dat water hergebruik ik door er de WC mee door te spoelen. Of voor de tuin. Regenwater is beter voor de wol, en bij natuurlijk verven geeft het mooiere kleuren, bovendien is het milieuvriendelijker om regenwater niet in het riool te laten lopen.
Ik hoop wel dat het gauw weer gaat regenen!
Dit proces neemt uren in beslag, en daardoor meerdere dagen.
Ik wikkel jute af van de klos, vijftig slagen om de stoelen is vijftig gram.
Ik weeg de jute. Dan week ik het voor, in regenwater uit de regenton.
De jute moet grondig gewassen worden. Het zit vol vet, dat wordt blijkbaar toegevoegd aan dit soort producten.
De eerste keer gebruik ik een wasmiddel. Voor mijn doel werkt ECOVER Universal het beste. Ik warm mijn was zoveel mogelijk op, zonder dat die gaat koken, twee uur lang. Hierdoor wordt het ook gebleekt. Dat moet wel, want als ik ongebleekte jute geel verf is er niets van te zien.
Daarna was ik het nog twee keer in de soda ash, 35 gram in 10 liter water voor 100 gram jute. Dit moet ook elke keer twee uur lang. Bovendien mag het materiaal niet zo maar van koud in heet en vice versa gegooid worden. Opwarmen en afkoelen moet geleidelijk gebeuren, dat is beter voor de jute.
Als het materiaal schoon is, kan het voorgebeitst worden. Dat is nodig om de kleur aan de jute te laten hechten en ook om de kleur te behouden: kleurechtheid.
En ik heb het geprobeerd in Soyamelk, 24 uur, dat kon koud (een liter soyamelk aangevuld met water). Maar dat werkte ook niet, ik had al het werk voor niks gedaan.
Het beste werkt beitsen met aluin 15 gram op 100 gram materiaal in 3 liter water. Ik heb het ook geprobeerd in een verhouding van 8 g aluin en 7 g wijnsteenpoeder, maar dat werkte niet bij de jute (wel met wol).
De jute hierboven heb ik na dit proces laten drogen. Dat kan, de beits blijft bewaard. Het is mei 2020, het heeft al weken niet geregend, de regenton is leeg. Ik wacht tot er weer regenwater beschikbaar is. Dat verft beter, en het is voordeliger voor de watervoorraden.
De jute gaat dan eindelijk in het verfbad, getrokken van reseda, ook genoemd: gele wouw. Dit bad is in twee uur klaargemaakt. Nu gaat de jute er twee uur in op tenminste 60°. Ik laat het een nacht afkoelen en dan komt het er zo uit.
Drie maal spoelen, de laatste keer met een drupje azijn.
Als het droogt wordt het nog geler.
Zo, hè hè, dat is klaar. En dan heb ik nog maar 100 gram!
Hieronder eenongeverfde versie, de in reseda geel gekleurde versie, en ook nog de daarna in indigo gedoopte groene uitkomst.
Ik heb meer wol besteld, want stel dat ik niet genoeg heb! Ik heb vijf schappenjassen verwerkt, en er nu zes bijbesteld. Dit keer komt de wol van de schapen bij het Fort bij Rhijnauwen. Want bij de boer van wie ik het de vorige keer haalde, zag ik dit jaar alleen gevlekte schapen.
Deze wol heeft het hele proces van wassen, spinnen, twijnen, beitsen en verven met reseda en indigo meegemaakt. Nu is het groen. Dat is goed. Gelukt!
Het is net of daar iemand zit met lang groen haar…
Groene jute en gele wol. De jute zal de basis vormen van het grasvloerkleed. De jute wordt geweven, de wol wordt erin geknoopt.
De wol moet groener worden. Ik maak groen met geel en blauw. Maar na een verfbad met stinkende gouwe was de wol beige in plaats van geel. Dat ga ik dus niet meer gebruiken. Na een vervolgbad met indigo werd de wol toch nog groen, maar een blauwig groen, een koele tint. Ook niet de bedoeling.
Na een derde verfbad, van reseda, heb ik tot mijn vreugde alsnog onderstaande warme groene kleur gekregen.
Tot nog toe is er niets mislukt…
Laten we hopen dat het zo blijft, het is (naast een langdurig) een spannend proces.
De wol hieronder had ik met een andere plant geverfd, een plant uit mijn eigen tuin waarvan iemand me had verteld dat die ook geel zou geven. De plant heet stinkende gouwe. Bij mij werd het in ieder geval niet geel, maar beige. Bij de jute had ik pas ontdekt dat uit bruin ook nog wel eens een goede groen tevoorschijn te toveren valt. Ik heb de strengen beige wol in de indigo gedompeld. En jawel: groen!
Maar ik ben nog niet tevreden. Dit groen is me nog te blauwig.
Dit is wat ik wil:
Het is een keer gelukt, dus ik ga het weer proberen. Ik doe de wol opnieuw in een resedabad.
Met enige terughoudendheid plaats ik hier toch de link naar een artikel over mij in ’t Groentje, Bunniks plaatselijke nieuwsbode.
Het artikel verscheen in het gratis huis-aan-huisblad op de dag voor kerstmis 2019. Ik las het op eerste kerstdag, ik kende de inhoud al, maar kwam er die dag achter dat de complete versie alleen online te bekijken is. Wat er in de papieren versie van de inhoud over was, bevatte niets over mijn werk, maar alleen wat er mis gegaan was met mij. Het was een teleurstelling en ik schaamde me. Het kostte me wel even om daar overheen te komen.
De jonge journalist die mij interviewde had wel een mooi woord bedacht: grasvloerkleed.